Powered By Blogger

zaterdag 23 maart 2013

Weidelijk jagen

In mijn vroege jeugdjaren was ik buiten schooltijd vooral te vinden in de velden en weilanden. Vaak ging dan mijn vriend Co Uijtendaal mee. Als de school om half vier uur uitging stond veelal mijn vriendje Lexi (een langharige bruinwitte bastaard) al voor de schooldeur op mij te wachten. Dan vertrokken we met nog een hond genaamd Teddie, de achtersluispolder in, richting de oude stoommeelfabriek ‘de Vrede’. Daar had je water, rietlanden, weilanden en opgespoten land voor het toekomstig industriegebied. Ons doel was om eenden te vangen en volgens mij is dat ons nooit gelukt ondanks onze fanatieke inspanningen. De tactiek was om door het hoge gras zo dicht mogelijk naar de eenden te sluipen en dan met de honden een verrassingsaanval in te zetten! Als de eenden opvlogen dan schoten we met pijl en boog! Later maakten we een geweer waarmee we pijlen wegschoten door de loop op de veerkracht van zo'n rode wekfleselastiek. Op de pijlen zaten op de punt echte kogels. Eerst smolten we het lood eruit en de pijl maakte we passend in de kogel. De kogels vonden we in de weilanden op een plek waar in de 2e wereldoorlog een gevechtsvliegtuig was neergestort.

Op de foto v.l.n.r.: ikzelf, mijn 5 jaar jongere broer Gert (die meestal niet mee mocht) en vriend Co Uijtendaal.


Op middag zagen wij een groepje mannen over de weilanden lopen en één daarvan had een jachtgeweer! Toen we wat dichterbij kwamen en toch op veilige afstand bleven, zag ik dat het de familie Groen was van de gelijknamige verfwinkel aan de zuiddijk te Zaandam. Vader Groen was in jagerskleding en droeg het geweer. Zijn opgeschoten zoons, die allen een kop groter waren dan hun vader, kregen van hem les in jagen. Ze hadden geen hond bij zich om te apporteren. Volgens mij had pa Groen zijn jongens meegenomen voor het apportwerk! In mijn geheugen staat nog gegrift hoe hij een haas schoot en daarna zijn jongens inzette om het apport binnen te halen!
Ik was toen in1955 acht jaar en dat ik dit nu aan het papier toevertrouw, kun je uit opmaken dat dit voorval wel enige indruk op mij heeft gemaakt.  

 'De Vredefabriek' in de achtersluispolder

Bijzonder is te vermelden dat mijn opa Nicolaas Kemper en mijn overgrootvader, ook een Nicolaas Kemper, aan deze fabriek hebben gewerkt. Mijn overgrootvader was daar opzichter en mijn opa kreeg via zijn vader daar werk tijdens de bouw. Later heb ik als kind, toen de fabriek niet meer werd gebruikt, veel gespeeld. Er waren daar veel decorstukken van een toneelvereniging opgeslagen en dat was voor ons machtig speelgoed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten